Ik heb me werkelijk door het boek De WIFI- generatie. De jeugd op het mobiele internet. Vliegensvlug en Vogelvrij heen moeten worstelen! De achterkant geeft aan dat het boek geschreven is voor ouders, onderwijs, bibliotheek, mediatheek, jeugdhulpverlening, politie, bedrijfsleven en mediamakers lebenslauf zum downloaden und ausfüllen. Ik ben bang dat een boek dat voor zo veel verschillende doelgroepen is geschreven, voor niemand meer interessant is! Het boek heeft mij ondanks, of dankzij, de vele vraag-en uitroeptekens, niet kunnen overtuigen dat we te maken hebben met een revolutie op het gebied van opvoeding en begeleiding. Naar mijn mening is het veel oude wijn in nieuwe zakken. Eigenlijk vertelt de inleiding al het hele verhaal.
Uitgangspunt van de auteurs is dat er een revolutie gaande is, namelijk het ontstaan van een WIFI-generatie. De WIFI-generatie is een generatie die buiten ons blikveld opgroeit en geen toezicht van volwassenen heeft. En dat terwijl kinderen en jongeren recht hebben op onze begeleiding, vinden wij als auteurs. … En als wij als volwassene hier niet voldoende op anticiperen, de kinderrechten in het gedrang komen. De oplossing is het begeleiden van de kinderen en jongeren en inzetten op mediawijsheid play store apps lassen sich nicht downloaden.
Om dit probleem en deze oplossing wat meer vlees op de botten te geven, zijn er 10 hoofdstukken geschreven. Zo draagt hoofdstuk 2 over de ontwikkeling van internet, niets bij aan de rest van het boek en weet ik absoluut niet wat ik aanmoet met hoofdstuk 3, het kritische interview met futurist Bullinga. Helaas kan ik de kritische noot erin absoluut niet ontdekken. Hoofdstuk 4 schetst de (kenmerken van de) WIFI-generatie. Dit is het eerste hoofdstuk waar ik zonder veel ergernis doorgekomen ben. Dit hoofdstuk bevestigd mijn idee dat de auteurs een probleem maken van de WIFI-generatie waar helemaal geen probleem hoeft te zijn! De wereld veranderd en dit heeft invloed op de manier waarop we kunnen (of moeten) opvoeden en begeleiden. Maar dit is van alle tijden, en niet specifiek voor de WIFI-generatie.
De praktische handvatten die in de latere hoofdstukken worden genoemd zijn voor het grootste deel ook van toepassing (geweest) op de niet- WIFIgeneratie herunterladen. Veel van de genoemde kenmerken en gevaren van de WIFI-generatie, zoals genoemd in hoofdstuk 5 zijn absoluut niet nieuw! Met deze issues hebben opvoeders al veel langer te maken. En echte (opvoedings)problemen laten zich volgens mij ook niet oplossen door mediawijsheid. Mediawijsheid is volgens hoofdstuk 6 de cruciale factor als het gaat om het oplossen van de problemen rond de WIFI-generatie. Dat deze oplossing uitgebreid aan de orde zou komen vermoedde ik al na het lezen van de slotparagraaf van de inleiding. Hier staat: wij nodigen u uit ons te helpen om de WIFI-generatie goed te ondersteunen ….. Wij zijn u daarbij graag van dienst. Neem gerust contact op als u hulp nodig heeft!
Hiermee kom ik op mijn belangrijkste kritiekpunt. Ik vind het boek één groot promotiepraatje voor mediacoaches en –opleidingen. Mediawijsheid is de oplossing voor de WIFI-generatie en hier is hulp bij nodig. En laten de auteurs van dit boek nu net hun brood hiermee verdienen!
Maya Fiolet
Maya Fiolet is werkzaam aan de VU, faculteit der Sociale weten-schappen, afdeling organisatiewetenschap. Daar hoopt zij te promoveren op het onderwerp ondernemen in de ouderenzorg. Zij is moeder van een puberdochter van 15 en puberzoon van 12. In haar vrije tijd begeleidt zij de wifi-generatie op het sportveld.
De eerste helft van het boek beschrijft de mogelijk-heden voor de jeugd die de onbeperkte, niet controleerbare toegang tot digitale media zoals internet bieden. De mogelijkheden, maar ook de risico’s en de gevaren, die er aan kleven. De tweede helft van het boek bevat handreikingen voor ouders, onderwijs, bibliotheek, overheid enz.
Ik moet zeggen dat ik heel sceptisch aan het boek ben begonnen. Weer zo’n stelletje onheilsprofeten, die het Sodom en Gomorra van de nieuwe media beschrijven, onvoldoende aandacht schenken aan positieve zaken. Die scepsis gaandeweg het lezen van het boek voorzichtig grotendeels verdwenen. De auteurs scheppen een realistisch beeld van hoe onze jeugd communiceert, informatie verzamelt etc. Vaak buiten het blikveld van de opvoeder. Een opvoeder, die zo hopeloos achterloopt qua kennis, dat hij zijn taak als opvoeder niet goed meer kan waarmaken. Dus geen waarschuwend vingertje maar een eye-opener.
Ik was heel benieuwd naar het tweede deel van het boek. Dat deed de balans definitief omslaan. Als eerste bij alle doelgroepen de suggestie om zich veel meer te verdiepen in de mogelijkheden en de reikwijdte van de nieuwe media. Om zo met de WIFI-generatie in gesprek te kunnen gaan. Geen voorkeur voor harde aanpak, maar wel voorkeur voor een dialoog. Suggesties om de jeugd zelf media-bewust te maken. Geen loopgraven, maar wel duidelijke grenzen.
De integrale aanpak, die zij voorstaan, is realistisch, is haalbaar. Ik ben om!!! Een boek, dat elke ouder, iedere professional uit onderwijs, bibliotheek, hulpverlening en overheid gelezen moet hebben.!! En ik ben er van overtuigd, dat ze er dan ook iets mee gaan doen in hun dagelijkse praktijk.
Ton op de Weegh
Ton, tegenwoordig directeur Services (waaronder ICT) ROC RIVOR, daarvoor programma-manager ICT&Onderwijs, onderwijs-begeleider ICT & Onderwijs, directeur ICT-expertise-centrum Delta, projectleider Netd@ys Europe, adviseur nieuwe media diverse politieke partijen…..
Reactie auteurs:
Dank voor het recenseren van het boek De WIFI-generatie.Het is voor ons als auteurs boeiend om te zien hoe twee lezers de inhoud anders en zelfs tegenovergesteld interpreteren. Een ouder die het boek zware kost vindt en zegt zich er doorheen heeft moeten worstelen. Een docent die aangeeft helemaal om te zijn na het lezen van vooral het tweede deel. Wij zijn groot voorstander van debat en discussie. Nota bene: we hoeven het niet met elkaar eens te zijn! Inmiddels is na de publicatie van het boek in november 2009 het thema zó actueel, gezien de razendsnelle ontwikkelingen van het mobiele internet dat niemand meer kan ontkennen dat het een hot topic is. Zo komen NS en Arriva met mobiel internet in het openbaar vervoer; biedt de binnenstad van Rotterdam een publiek en kosteloos toegankelijk mobiel internet; en kondigt Apple aan om in februari met haar nieuwste technologie te komen… Bovendien vindt op 28 januari a.s. een ongetwijfeld prikkelend debat plaats over deze WIFI-generatie, waar politici, onderwijs, ouderverenigingen en onderwijs met elkaar meningen en ervaringen uitwisselen. Niets oude wijn in nieuwe zakken; frisse wijn in een totaal andere verpakking!
De dochter van 15 zal mobiel kunnen/willen chatten, waarbij waar zij zich fysiek bevindt openbaar is. De zoon van 12 zal commerciële boodschappen kunnen ontvangen op z’n PSP, verpakt als een spannende game. Afspraken over uitzendtijden van tv-programma’s, maar ook leeftijdsbegrenzing zoals Kijkwijzer, vallen weg. Minister Plasterk geeft aan de publieke omroep nog voor verkiezingstijd op de helling te zetten, en blijkt in zijn recente interview in Het Parool al achter te lopen: Die situatie verandert volgens de minister als kijkers in de toekomst met de nieuwe technieken zelf een tv-avond kunnen samenstellen. Eigen tv-avondje? You Tube is voor jeugd het nieuwe tv-toestel! De recenserende docent heeft het bij het rechte eind als hij stelt hoe jeugd met media gebruikt: Vaak buiten het blikveld van de opvoeder. Een opvoeder, die zo hopeloos achterloopt qua kennis, dat hij zijn taak als opvoeder niet goed meer kan waarmaken. Er is maar één devies: we moeten met z’n allen aan de bak.