• 25 mei 2001
  • Binnengekomen bericht:
    —————————————-

    De afgelopen twee jaar heeft De Lesebanc zich ontwikkeld tot een van de meest gebruikte hulpmiddelen bij Dyslexie. De positieve resultaten die behaald worden met de huidige versie van De Lesebanc zijn natuurlijk heel mooi, maar het kan nog beter! De afgelopen maanden zijn wij bezig geweest uw opmerkingen en ervaringen om te zetten in een nieuwe versie van De Lesebanc.
    Op veler verzoek is De Lesebanc nu uitgebreid met AVI 6 tot en met AVI 9 en nu ook geschikt voor bovenbouw, voortgezet onderwijs en volwassenen.

    Door Paul Dudal, licentiaat in de psychologie en als psycho-pedagogisch consulent verbonden aan het vrij PMS-centrum 2 van Torhout, lid van de kernredactie van Caleidoscoop.

    De ‘Lesebanc’ is een hulpprogramma voor kinderen die achterblijven met het technisch lezen herunterladen. Piet Brouwer van de Stichting Landelijke Protestants Christelijke Schoolbegeleidingsdienst heeft het ontwikkeld. Het programma gaat ervan uit dat het aanpassen van de tijd waarin een kind een woord op het scherm ziet (de expositietijd), het starten op woordniveau, het covariate lezen en motivationele aspecten goede mogelijkheden bieden aan leeszwakke (dyslectische) kinderen van het eerste leerjaar.
    Reeds met een vroegere methode, ‘Tempolezen’, heeft de auteur kunnen aantonen dat een gradueel stijgende beperking van de expositietijd bij het lezen van woorden en zinnen, het technisch lezen kan bevorderen.
    ‘De Lesebanc’ is een verdere en geperfectioneerde vorm van dit hulpprogramma.

    ‘De Lesebanc’ en leesproblemen
    Bij ‘De Lesebanc’ wordt uitgegaan van het proces van het lezen zelf, waarbij het belangrijk is te achterhalen welke theorie het leesproces het meest verklaart. De recentste theorieën gaan ervan uit dat dyslectici er moeite mee hebben om twee sterk met elkaar gecorreleerde of covariërende coderingssystemen, namelijk het visuele en het fonologische, met elkaar te relateren (Van den Broeck, 1997).Dat betekent dat het leren lezen niet zomaar logisch volgt op het aanleren van de deelvaardigheden, zoals de auditieve en visuele analyse en synthese, maar veeleer samenhangt met de frequentie waarmee een bepaald letterpatroon voorkomt in bijvoorbeeld de oefenlijst spotify. Dat het aanleren via deelvaardigheden, het taakanalytisch model, niet helemaal zinloos is, maar minder effect sorteert dan de covariate training, wordt door Van den Broeck (1998) bevestigd.

    In ‘De Lesebanc’ wordt uitgegaan van het covariate lezen.
    De gelijktijdige activering van visuele, fonologische en linguïstische kenmerken bij het aanleren van woorden betekent dat men zich niet druk maakt over de vraag wat de fundamentele eenheden zijn van de woordperceptie, zoals bijvoorbeeld: morfemen, syllaben, rijmeenheden, letters … Wanneer het woord / paard / wordt aangeleerd, dan gaat het visuele of orthografische patroon voortdurend samen met de uitspraak van dat woord: het visuele en fonologische patroon covariëren. Door het veelvuldig samengaan van ‘wat je ziet’ en ‘wat je hoort’ vormen zich functionele eenheden.
    Een basisgegeven is dus het veelvuldig samen voorkomen van ‘zien – uitspreken – horen’.
    Bij dit zogenaamde covariate lezen wordt dus niet uitgegaan van het leren lezen via deelvaardigheden, zoals de visuele en auditieve analyse en synthese untis mobile app.
    Voor de praktijk van het leren lezen heeft dat tot gevolg dat men niet leert lezen via deelprocessen, maar via woorden die functionele eenheden activeren.

    Wat zijn nu die functionele eenheden? Wij geven hiervan een voorbeeld via twee kolommen van woorden:
    maan ik
    roos in
    vis is
    sok as
    pen an
    teen sik
    neus kin
    buik pin
    oog sip
    De woorden in de linkerkolom zetten vlugger aan tot memoriseren en dus tot het vermijden van echt decoderen. Dat leidt gemakkelijk tot het louter lezen van globaalwoorden. Zelfs het inoefenen van deelleerprocessen zou het probleem niet wezenlijk oplossen. In de rechterkolom worden geleerde grafeem-foneemkoppelingen onmiddellijk ingebed in diverse woordcontexten, zodat het kind hier door de opbouw van het woordmateriaal zelf genoodzaaktt wordt tot het fonologisch coderen. De functionele eenheden zijn dus woorden zoals de combinaties: ik – in – is – as … We formuleren het nog even anders. Bij de eerste visuele aanbiedingen van woorden ontstaan globale verbindingspatronen van visuele en fonologische subkenmerken, die elkaar nog niet of nauwelijks overlappen video and send it via whatsapp. Binnen een woord gaan pas dan patronen ontstaan wanneer na elkaar aangeboden woorden bepaalde letterklankkenmerken gemeen hebben en in andere verschillen. Dat wordt covariaat lezen genoemd.
    at betekent ook dat herhaalde aanbieding van hetzelfde woord de functionele eenheden niet doet ontstaan.

    In ‘De Lesebanc’ is gekozen voor de functionele eenheden. Eerst worden er woorden aangeboden waarvan slechts één letter verandert. Daarna komen functionele eenheden zoals str-, sp- aan de orde. Ook functionele eenheden zoals letterclusters komen uitgebreid aan de orde: ukke, atte … Het leren van letterclusters heeft zin omdat leerlingen vaak moeite hebben om volledige woorden te ontsleutelen.

    Covariaat of impliciet lezen
    Het covariate lezen wordt ook wel impliciet lezen genoemd. De term impliciet duidt erop dat het leren lezen voornamelijk onbewust verloopt farm heroes saga kostenlos herunterladen für pc. De regels die aangeleerd worden bij het leren lezen, zitten impliciet in de aan te leren woorden opgesloten. Een van deze regels is o.a. de koppeling van teken en klank. Die teken-klank- koppeling wordt aangeleerd doordat in de aanbieding van afzonderlijke woorden een zekere mate van overloop/covariatie werd aangebracht. Deze woorden moeten steeds in hun geheel en met verkorte expositietijden aangeboden en gelezen worden. De samenstelling van de aan te bieden woorden is van essentieel belang, omdat alleen dan de teken-klank-koppeling wordt geleerd. Hoe meer overlap die woorden (de zogenaamde orthografische buren of covariate woorden) vertonen, des te groter is het transfereffect naar nieuwe orthografisch overlappende woorden bluetooth herunterladen kostenlos. We geven een voorbeeld. Het woord / slaap / heeft vijf buren: / slaan / slaat / slaag / slaaf / slaak/.
    Praktisch betekent dit dat zogenaamde buurwoorden, namelijk woorden die in één letter van elkaar verschillen, sneller worden geleerd dan wanneer ze via deelvaardigheden worden ingeoefend.
    Bij het impliciet lezen neemt het werken met letterclusters een belangrijke plaats in. Er wordt bij het lezen bijvoorbeeld gestart met het aanleren van letterclusters zoals: / is / as / os / us /. Pas als de kinderen deze vlot kunnen lezen, leren ze op basis van de is- cluster woorden als v-is, l-is en m-is (buurwoorden genoemd). Op die manier wordt ook het werkgeheugen minder belast.

    Impliciet lezen en lezen via deelvaardigheden
    Leren lezen via deelvaardigheden, zoals de auditieve en visuele analyse en synthese, berust op een logische analyse van het leesproces zelf herunterladen. Om te leren lezen, aldus deze logica, moeten alle deelstappen worden aangeleerd. Hierbij gaat men ervan uit dat de deelprocessen van het lezen bekend zijn. Het impliciete lezen stelt echter dat leren lezen voor een groot deel onbewust verloopt. De leesvaardigheid is sterk afhankelijk van het specifieke woordbestand waarmee een kind leert lezen. Onder het specifieke woordbestand verstaan we buurwoorden of woorden met voldoende orthografische overlap. Hoewel deze overlap essentieel is, moeten de woorden (of toch de volgorde ervan) in een leestraining onvoorspelbaar zijn om de bedoelde letterclusters echt in te oefenen. Om diezelfde reden is ook het herhaaldelijk inoefenen van steeds dezelfde woordenrij minder efficiënt: het creëert vooral een geheugeneffect. Daarom is in ‘De Lesebanc’ een keuze gemaakt waardoor de volgorde van woordenrijen willekeurig kan worden getoond herunterladen.

    Waarom de klemtoon op woorden en daarna op zinnen
    Bij het beginnend lezen mag de klemtoon niet liggen op het lezen van zinnen. Bij een woord dat ze niet direct herkennen, maken zwakke lezers te dikwijls gebruik van de zinscontext. Deze procedure leidt af van het fonologisch coderen, nodig voor het juiste ontsleutelen van het woord. Zwakke lezers kunnen dan ook beter op woordniveau leren lezen door middel van teken-klank-koppeling. Dus het best eerst oefenen op woordniveau met zwakke lezers en pas daarna zinnen aanbieden.

    Overhaastige en spellende lezers
    In belangrijke opties van het programma wordt de expositietijd van de woorden gevarieerd en is er ook een letter-voor-letter-opbouw van het woord herunterladen konjungation. Die zijn enerzijds bedoeld voor snelle lezers die veel fouten maken (de zogenaamde dyslectici van het L-type): zij worden zich ervan bewustgemaakt dat trager lezen de nauwkeurigheid bevordert. Voor spellende (trage) lezers wordt de expositietijd dan versneld. Dat blijkt een efficiënte methode om het té langdurig spellend lezen te doen afnemen.
    Dit wordt in de methode als volgt waargemaakt:
    Elk woord of zin kan getoond worden met een afnemende expositietijd. Er wordt bijvoorbeeld gestart met het tonen van een woord gedurende 5 seconden. Wanneer er 80 % beheersing wordt gerealiseerd bij een bepaalde expositietijd, dan wordt die tijd van woordpresentatie verlaagd.
    Elke rij van 20 woorden of zinnen wordt gelezen met een gradueel afnemende expositietijd van 0,5 seconden tot het 80 % beheersingsniveau film download youtube ipad. Om uit het hoofd leren te voorkomen kan een instelling worden gekozen waardoor de volgorde van de woorden willekeurig en dus onvoorspelbaar wordt. Wanneer de presentatieduur van de woorden wordt aangepast aan de verwerkingssnelheid van de individuele leerling, ziet men dat die tijdsinkrimping inderdaad leerlingen sneller leert lezen en tevens het tekstbegrip doet toenemen.
    Het blijkt ook dat het aanbieden van bewegende beelden de leessnelheid bevordert. Om dat te realiseren laat men het woord van links naar rechts over het scherm bewegen.

    Het programma ‘De Lesebanc’
    Het programma is opgebouwd met meer dan 15 000 woorden en zinnen. De woorden zijn zo opgebouwd dat ze o.a. voldoen aan de principes van het covariate lezen, vaardigheidsniveau van het kind en motivatie. De
    beschikbare woorden en zinnen zijn gegroepeerd in aantallen van 20 en ingedeeld naar soort en categorie. De zinnen lopen tot AVI-9.
    We geven de voornaamste programmamogelijkheden:



    • het variëren van de expositietijd;


    • het letter na letter laten verschijnen van een woord;


    • het variëren van de letterafstand binnen een woord;


    • het weglaten van een deel (een aantal letters) van een woord;


    • het gebruik van een (onzichtbaar) gordijn dat het te tonen woord kan bedekken of tonen vanuit verschillende posities: laten zakken, optrekken, openen van links, van rechts, vanuit het centrum;


    • het laten bewegen van woorden of zinnen over het scherm;


    • het laten variëren van de lettergrootte.

    Van elke leerling kunnen de gegevens worden opgeslagen en grafisch weergegeven.

    Bij welk soort fouten kan ‘De Lesebanc’ worden ingezet?
    Er wordt ondersteuning gegeven bij:



    • spellend lezen;


    • veel fouten en een hoog tempo;


    • weinig fouten en een laag tempo;


    • veel fouten en een laag tempo.

    Voor elk type van fouten worden de meest toepasselijke oefeningen gesuggereerd. Op die manier biedt ‘ De Lesebanc ‘ een scala van behandelingsmogelijkheden als theoretisch onderbouwd leeshulpprogramma voor kinderen met leesmoeilijkheden en met dyslexie.

    Voor meer informatie : www.lesebanc.nl

    RDL b2pn120x120 sms-taal120x75