Recensie door Albert van der Kaap
In de paragraaf ‘Wat u uw leerlingen kunt bijbrengen’ schrijven de auteurs dat ‘Deze paragrafen zo zijn geschreven dat u ze los van elkaar kunt lezen. Als u alles leest, ziet u dus veel overlap’. Het lijkt erop dat de schrijvers ervan uitgaan dat elk hoofdstuk los van de anderen gelezen moet kunnen worden, want ze vervallen nog al eens in herhaling. In de paragraaf over risico’s van internet wordt aandacht besteed aan de opvattingen van Bob van der Meer over pesten. In de volgende paragraaf komt dezelfde Bob nog eens, maar dan uitgebreider, aan bod. En in het hoofdstuk over didactisch materiaal komt het onderwerp nog een keer langs.
Als de schrijvers aandacht besteden aan internet als informatiebron en de vraag stellen hoe een leerling aan informatie komt en hoe hij deze op bruikbaarheid en betrouwbaarheid kan beoordelen, verwacht ik op die vragen ter plekke een antwoord. De schrijvers verwijzen de lezer evenwel naar een ander deel van het boek.
Onder hetzelfde kopje ‘Internet als algemene informatiebron’ besteden zij vervolgens ook nog aandacht aan de rol van ouders en aan het communicatief gebruik van internet.
Soms krijg je de indruk dat de auteurs een nieuwe ‘Dr Spock’ voor de opvoeding van de jeugd in het internet tijdperk hebben willen schrijven.
Schrik niet van het surf-gedrag van uw leerlingen.
Wanneer een meisje in al haar onschuld ‘Boyzone’ intikt in een zoekmachine, met de bedoeling iets te vinden over haar favoriete jongensband, dan is het aantal resulterende homo-sites groter dan het aantal sites over de popgroep. Daar kan zij niets aan doen. Bovendien krijgen kinderen rond een jaar of 12 steeds meer belangstelling voor seksualiteit. Dat is een normaal en gezond onderdeel van hun ontwikkeling waar je ook niet al te kramachtig over moet doen. Praat erover als de kinderen en zelf mee komen.
|
De auteurs is te prijzen dat zij werkelijk aan alle aspecten van het internet gebruik aandacht hebben willen besteden, maar wat mij betreft hadden ze zich wat meer beperkingen opgelegd. Een inventarisatie van mogelijkheden van internet (onderwijskundig, communicatief en verstrooiend), van problemen en mogelijke oplossingen had wat bij betreft ook gekund in 125 bladzijden, in plaats van 250.
Albert van der Kaap
Geachte redactie,
Hartelijk dank voor de bespreking van ons boek Mijn Leerling Online (SWP). "De dr. Spock van de Internet-opvoeding" vinden we een mooi predikaat. Dat het voor de meer ingewijden in minder bladzijden gekund had, is duidelijk. Dat is eigen aan boeken die een zekere volledigheid nastreven. We hebben dit boek inderdaad willen schrijven voor alle leerkrachten die zelf vinden dat ze een boek missen over dit onderwerp. Voor specialisten of meer ingewijden is het veel gemakkelijker om andere wegen te vinden naar goede informatie dan voor mensen met een grote, algemene informtie-behoefte. Zij willen een boek waar ‘alles over kinderen en Internet’ eens helder en in gemakkelijke taal bij elkaar staat. En dat is dit boek geworden.
Justine Pardoen en Remco Pijpers