Recensie door Bas Jongenelen
Slimmerkunde is een methode voor leerlingen in het VO en het MBO met als ondertitel Slimmer omgaan met internet bij je studie én tips om slimmer te leven. Dat belooft wat! Leer slimmer te leven in 64 pagina’s – had ik dat boekje niet 35 jaar eerder kunnen krijgen? Moeten we dit boekje niet aan iedereen in Nederland cadeau doen, zodat het echt wat wordt met Nederland als slimme kenniseconomie? Het antwoord daarop is …
… Nee.
Er is door veel mensen aan Slimmerkunde gewerkt, want de titelpagina vermeldt 17 auteurs )van wie er 6 verantwoordelijk zijn voor de eindredactie) en 7 namen onder met dank aan. Ik vraag me af hoe dat in zijn werk is gegaan, hoe 17 mensen samen 64 pagina’s geschreven hebben. Het kan niet anders of het boekje is een amalgaam van principes, invalshoeken en uitgangspunten. Als je Slimmerkunde doorbladert, dan blijkt dit inderdaad het geval te zijn. Op iedere pagina is een chaos van vetgedrukt, teksten in romein, kaderteksten, buttons (waar je niet op kunt klikken, want van papier), ava’s en invuloefeningen ark survival evolved kostenlos downloaden deutsch. Als je nog geen adhd had, krijg je het nu wel.
Waar gaat Slimmerkunde nu eigenlijk over? Wat is de bedoeling? Welnu, jongeren maken gebruik van de computer, veel gebruik. Ze maken er echter niet zo handig gebruik van, ze kunnen leren om slimmer met dat apparaat om te gaan. Als je informatie zoekt, gebruik dan de juiste trefwoorden – om een simpel voorbeeld te geven. Het is mijn ervaring dat jongeren moeite hebben om met juiste en volledige informatie op de proppen te komen: een leerling van 6 gymnasium die Echt niks kon vinden over het Oedipus-complex, meneer en die derdejaars student Nederlands die het niet voor elkaar kreeg ook maar iets over de commissie Meijerink boven tafel te krijgen. Zoeken is moeilijk, vinden nagenoeg onmogelijk. En dan heb ik het niet eens over de transfer van informatie naar kennis, hetgeen nog een stap verder gaat.
Het is dus een goed idee om leerlingen informatie te geven over hoe je informatie verzamelt, verwerkt en inzet in je leven; ik sta dus achter het basisidee van Slimmerkunde musik von facebook herunterladen. Ik blader het boekje eens met u door. De inhoudsopgave zegt dat er 13 thema’s (hoofdstukken) zijn, zegge: dertien. Dit voorspelt weinig diepgang, aangezien dit gemiddeld nog geen 5 bladzijden per hoofdstuk betreft. De hoofdstukken gaan onder andere over informatie, huiswerk, bronnen, planning, presentaties, gamen, blogs en out of the box. Dit is te veel van het goede.
Ik neem hoofdstuk 5, Slimmer omgaan met presentaties even als voorbeeld. Na de lead die best okee is, volgt de volgende tekst onder het kopje 5.1 Beter presenteren:
Een presentatie geven is soms best spannend. Daarom gaan we samen oefenen. Hoe vertel je je klasgenoten over jouw onderwerp? Als het heel leuk was, vertellen je klasgenoten dit weer verder. Zo horen steeds meer mensen over jouw verhaal.
Ik vraag me af of dit nu een heel informatiedicht tekstje is, of een tekstje met non-informatie. Een presentatie geven is spannend, maar het doel is dat steeds meer mensen over jouw verhaal horen video aus facebooken online. Ik link deze twee dingen niet direct aan elkaar. Vervolgens gaat het hoofdstuk niet in op het fenomeen ‘spannend’ en op hoe je je zenuwen onder controle houdt tijdens een presentatie. Wel worden er wat losse opmerkingen gemaakt over PowerPoint, Prezi, Google Docs en TEDTalks. Helaas blijft het bij losse opmerkingen, want geen enkel onderdeel wordt verder uitgediept.
Er wordt ook nog een tip gegeven: Een mooie tool voor je presentatie is wordle.net. Dat is een gratis online tool waarmee je woordenwolken kunt maken. Schrijf een leuke tekst over jezelf of het onderwerp van je presentatie in een Word-bestandje. Wordle maakt er dan een woordenwolk van. De woorden die je vaak gebruikt, staan er wat groter in Twee dingen: de meeste leerlingen zullen in een tekst niet heel vaak dezelfde woorden gebruiken (behalve lidwoorden en andere functiewoorden), het wordt dus een woordenwolk van niets. Het tweede is dat er vervolgens niet uitgelegd wordt, wat je met die woordenwolk zou moeten doen.
De gemiddelde taalbeheersingsmethode en het gemiddelde schoolboek scoren wat mij betreft hoger op het onderdeel presenteren. Het woord Prezi zal niet in ieder schoolboek voorkomen, maar hoe je een presentatie voorbereidt en houdt, wordt in menig schoolboek beter behandeld. Dit hoofdstuk is exemplarisch, want ook de andere hoofdstukken zijn niet meer dan hippe termen waarmee de auteurs kort wat info aanstippen.
Ook over de vorm van Slimmerkunde ben ik niet te spreken. Vorm in de breedste zin van het woord. Het taalgebruik is echt te simpel, de gemiddelde vwo’er pikt deze kleutertaal niet en ik verwacht dat een leerling op een goede beroepsopleiding over het algemeen toch echt iets serieuzer aangesproken wordt dan dat in dit boek gebeurt. De zinnetjes zijn te kort en er is een gebrek aan signaalwoorden als hoewel, ondanks en daardoor. Wanneer leren methodeschrijvers hun doelgroep nu eens in gewone taal aan te spreken in plaats van dit soort Jip-en-Janneke-taal? Leerlingen zijn gewone mensen die recht hebben op gewoon taalgebruik.
Dat taalgebruik kan door een goede eindredacteur redelijk snel op een normaal niveau gebracht worden, veel ergerlijker vind ik de vorm boekje. Slimmerkunde gaat over hoe je de moderne media slim in kunt zetten in je leven – waarom dan een methode op papier? Want wat is Slimmerkunde? Een boekje met invuloefeningen. De leerlingen zullen braaf de oefeningetjes invullen, zij zullen de antwoorden op de stippellijntjes schrijven en over gaan tot de orde van de dag.
Waarom lukt het toch niet om een nieuwigheid als slimmerkunde op een slimme manier aan te bieden? Het papieren invulboekje is alles waar slimmerkunde op tegen is. Door met een balpen drie vragen te beantwoorden op bladzijde 25, word je niet slimmer, dat is nu juist het idee. Het hele boekje staat vol invuldingetjes – de leerlingen werken dit samen met de docent door en hebben wat dan geleerd? Dat school er is om boekjes in te vullen. Slimmerkunde schiet daarmee zijn doel compleet voorbij.
Je wordt niet slimmer door een boekje als Slimmerkunde door te werken. Je kunt als docent je tijd wel wat beter gebruiken, door bijvoorbeeld op een hoog niveau je vak aan te bieden. Door met je leerlingen recente teksten over je vak te lezen. Door met je leerlingen aan de slag te gaan en door voor te doen hoe jíj als docent het probleem aanpakt. Maak je leerlingen deelgenoot van jouw vak en jouw wereld. Maak hen deelgenoot van jouw denkproces, laat zien hoe jij stap voor stap informatie zoekt, vindt en inzet in je vak. Door dit voorbeeldgedrag worden leerlingen slimmer, niet door een wéér een werkboekje in te vullen.
Bas Jongenelen
Bas (1968) is docent Nederlands aan de Fontys Lerarenopleiding in Tilburg. Daarnaast publiceert hij over onderwijs, taalvaardigheid en Middeleeuwse literatuur. Zie ook zijn website.
Reactie Auteur(s)
Na de presentatie van Slimmerkunde op de NOT zijn we als auteurs bedolven onder complimenten over de aanpak en de inhoud van het project. Een kritisch tegengeluid in de vorm van deze recensie is daarom welkom. Het houdt ons scherp bij de vele vervolgstappen die we in petto hebben, zoals speciale edities voor andere doelgroepen in en buiten het onderwijs.
Hoewel Bas Jongenelen de indruk wekt dat hij op basis van een gedegen analyse tot zijn beoordeling komt, is het tegendeel helaas waar. De auteur gebruikt een meetlat, die past bij de boordeling van een volledige vakmethode voor de bovenbouw van het vwo. De papieren versie van Slimmerkunde heeft die ambitie absoluut niet. Het is een beknopte module, die vooral leerlingen van groep 8 van de basisscholen, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en de lagere niveaus in het MBO én hun docenten uitnodigt om aan een persoonlijke ontdekkingstocht op het web te beginnen. Dat kan als project, als ondersteuning bij vaklessen of bijvoorbeeld bij lesuitval. Het doel van het eerste deel van Slimmerkunde is dat deze doelgroep ontdekt dat er heel wat tools op internet zijn, die ervoor zorgen dat je beter, sneller en slimmer leert. Je wordt er dus digitaal slimmer van. De verdieping ontstaat, zo blijkt ook uit talloze positieve reacties uit het onderwijs, als de leerling aan de slag gaat met de vele aangereikte links. Dan start de echte ontdekkings-tocht, waar Jongenelen blijkbaar zelf niet aan toegekomen is. Een online zoektocht is niet gebaat bij uitgebreide omschrijvingen op papier, maar wel bij zoveel mogelijk bruikbare links en daar zijn er in deze module ook in de papieren versie honderden van te vinden.
Maar wat hem, in onze ogen, nadrukkelijk te verwijten valt, is dat hij zich blijkbaar zo weinig serieus in Slimmerkunde heeft verdiept, dat de zeer uitgebreide site die samen met het boek één geheel vormt, hem zelfs helemaal ontgaan is. Natuurlijk bied je Slimmerkunde niet alleen in een papieren versie aan! De door Jongenelen gevraagde verdieping is juist op die site te vinden, bijvoorbeeld in 23 volledig uitgewerkte lessen om docenten mediawijzer te maken en tips voor leerlingen bij elk thema dat in het boek wordt behandeld. Maar ook in de vorm van voortdurende updates voor leerlingen – ook in de door hen massaal bezochte social media – via ondersteunende filmpjes en talloze voorbeelden van good practice. Jongenelen suggereert dat het belachelijk is dat Slimmerkunde alleen in een werkboekvorm verschijnt. Daarmee geeft hij dus aan dat hij de minstens zo belangrijke site van dit innovatieve project, ondanks de vele verwijzingen, volledig heeft gemist. Door deze omissie is zijn kritische beschouwing voor ons als auteurs opeens veel minder een belangrijk leermoment.
De term Jip-en-Janneke-taal is in de voorbereiding ook bij de auteursgroep gevallen. Gezien de doelgroep en het nadrukkelijke streven om ook vmbo-leerlingen in staat te stellen zelfstandig deze module door te nemen, is dat een bewuste keuze geweest. De herkenning daarvan vatten we daarom als een groot compliment op. Wat de vormgeving betreft: die sluit aan bij de eerste uitgave van deze serie – Gelukskunde- en uit onderzoek door de uitgever blijkt dat deze vormgeving de doelgroep juist heel bijzonder aanspreekt. Heel verhelderend was voor ons de laatste alinea. Daarin geeft Jongenelen zijn visie op onderwijs prijs. Duidelijk wordt dan dat hij nog tot de generatie docenten behoort die het behaviorisme aanhangt. Zijn omschrijving en beleving van voorbeeldgedrag sluit aan bij een stroming, die (gechargeerd) er vanuit gaat dat leerlingen en studenten lege vaten zijn die gevuld moeten worden met de kennis die door de docent wordt aangeboden. Bij Slimmerkunde hopen we op docenten die onder voorbeeldgedrag verstaan, dat zij samen met hun leerlingen onderweg gaan om met en van elkaar te leren, o.a. met behulp van de via het web aangeboden leerstrategieën en -oplossingen. Docenten, die stimuleren en inspireren en leerlingen helpen bij dit proces de juiste vragen te stellen en antwoorden te vinden. Docenten, die nieuwsgierig zijn naar hoe de kennis en vaardigheden van hun leerlingen op het gebied van nieuwe media hun eigen kennis en (didactische) mogelijkheden kunnen aanvullen. Ook dat is allemaal op slimmerkunde.nl te lezen…
Tjeu Seeverens – namens het auteursteam
Reageren kan via info@ictnieuws.nl |